zaterdag 20 februari 2010

Twee Vrouwen

De dode ogen van de hemel
knipogen mij daags tot tweemaal toe,
en vanonder klare spiegel des venijns
verklaar ik het leven moe.
Nimmer stopt dit loos verleidingsspel
van verdroogd vlees en eindeloosheid,
waar 't verlangen groeiend is
werkt het glas ten spijt.

Zo 'k al dronk zo dronk ik uit
zo 'k al zat zo ging ik staan, met
warme golven koele nectar in m'n benen
van twee vrouwen, zonnemaan.
Zwijgend sluit ik alle deuren
de geest al lachend in m'n rug,
maar rillend uit m'n zwoele dromen
zie ik mijn dame in de lucht.

Glimlachend hoort zij mijn verhalen,
wenkt mij nader om haar souteneur
mijn leergeld te betalen
opdat hij graaft mijn rood-satijnen bed.

Lochem, 1983.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten