woensdag 18 augustus 2010

Doem Kapoen


Leven beefde, deed verslagen
Van verdriet dat wordt verraden
Door hoe ’t geschiede men verliet
In klaterklare slagen

Vlagen van bijster gestold
In gekrete slaken, behangen
tussen zielgesneden walmen
Van zwaar geronnen lucht

Die trillend in de ijzigheid
Het been verscheidt van warmte
En borg, te waar om
Onvoorzien inkijk te geven
In de kloving van een hart

---

De kreeft die krijst
En bijt zijn staart
Wetend als geen ander
Dat als de siddering geen

Nahef vindt in de makers en hun handen
De snaren niet de toetsen roeren
De drumbeat niet meer echoot
In de welving van de banden

Dan rest de geesteigene nog slechts
Te schikken in het opgekropt verlies
En zendt de droom van waar hij kwam
Om op te lossen in het niets

Emmeloord, augustus 2010